Ben jij weleens een huis binnengestapt waar het leven net tot stilstand is gekomen? Waar een moeder huilend aan de keukentafel zit omdat ze haar baby is verloren? Waar iemand net een verpletterende diagnose kreeg? Waar iemand ontslagen is? Wat moet je in zo’n situatie? Wat zeg je, wat doe je? Het liefst trek je een geliefde direct uit die nare donkere put maar dat kan niet, weet ik uit ervaring.
In februari 2018 kreeg mijn jongste zusje, geboren in 1986, te horen dat zij eierstokkanker had. Altijd probeerden we haar maar op te beuren en positief te blijven. Moed in te spreken als er weer chemotherapie op de planning stond. Ik vond het vreselijk beangstigend om met haar door te praten over haar diepste angsten. Ik kreeg er paniekaanvallen van als ik bedacht wat ze nog allemaal moest doorstaan. Alsof ik bang was om het ook niet meer te zien zitten, want we moesten het met elkaar nog zo lang volhouden.
Nu weet ik dat je gewoon moet gaan zitten en het beste kunt luisteren. Vertel maar wat er in die donkere put van jou gebeurt. Hier is mijn hand en ik laat jou niet meer los. Schrijver en stiltetrainer Mirjam van de Vegt noemt dit zo mooi ‘je vervloekte land zegenen’. Zegen al het droge en dorre dat er in woestijnperiodes in je leven gebeurt. Zelf wil ik daar uit ervaring dit aan toevoegen: stelt jezelf daarbij ook de vraag waar in die woestijn nog iets van een oase te vinden is? Iets waar je op adem kunt komen.
Wat ik daarmee bedoel? Misschien kun je een oase zijn voor de mensen die het moeilijk hebben. Waar ze even tot rust kunnen komen, hun verhaal kunnen doen en de zwaarte van alle zorgen even los kunnen laten. Geef het de ruimte. Je hoeft niet constant positief te zijn. Bied simpelweg een luisterend oor voor wat iemand meemaakt, zijn hoop en zijn angsten voor de toekomst.
De laatste maanden van mijn zusjes leven waren niet alleen maar donker. Toen duidelijk werd dat zij niet meer te genezen was, ben ik ook gestopt met bidden om genezing. Ik bid daar eigenlijk nooit meer om, voor niemand niet. Ik heb gebeden of God mij licht wilde sturen en kracht kon geven om de dagen door te komen. En dat is gebeurd. Ik kon wat licht brengen bij mijn zusje door haar kleine cadeautjes te brengen, goed uitgezochte kaartjes te sturen en gewoon bij haar te zitten. Haar te laten vertellen wat er in haar omging. Haar te bedanken voor alle avonturen die we beleefden in onze studententijd toen we in hetzelfde dispuut zaten. Wat ik de laatste maanden van haar leven gevoeld heb, is diepe zussenliefde en dat zal ik de rest van mijn leven met mij meedragen.